Let op: In verband met Hemelvaart zijn wij gesloten van woensdag 28 mei tot en met vrijdag 30 mei 2025

Relais gestuurde blokken Voor Dinamo in combinatie met iTrain

Inleiding

Domburg Train Support helpt al jaren mee aan de ontwikkeling van iTrain door testwerk te verrichten en mee te denken over nieuwe functionaliteiten van de besturingssoftware. Zo hebben we aan de wieg gestaan van een aantal oplossingen die door Berros zijn verwerkt in de software. Een van die functionaliteiten zijn de relais gestuurde blokken voor de gebruikers van het besturingssysteem Dinamo. Door deze oplossing heeft iTrain een serieuze kostenbesparend feature erbij voor Dinamo gebruikers. Het idee was simpel, een schaduwstation kent vele opstelsporen waarbij een gebruiker elk spoor van een blokuitgang zou moeten voorzien. Dit is een prijzige kwestie als je bedenkt dat treinen daar stilstaan en geen functies behoeven uit te voeren. Door slim om te gaan met relais binnen iTrain maakt het programma mogelijk om zoveel opstelsporen als je wilt aan te sturen met slechts een enkele blokuitgang.

 

 

Dit hebben wij getest tot het maximale mogelijk, en de werking is stabiel en goed toepasbaar gebleken. De gebruikte afbeelding in de titelpagina is een afbeelding van ons eigen schaduwcomplex welke wij gebruiken om iTrain en Dinamo te testen. Op de afbeelding ziet u 31 relais gestuurde opstelsporen welke wij aansturen met slechts 6 blokuitgangen.

 

 

In deze Tutorial gaan we het hebben over de werking van relais gestuurde blokuitgangen, hoe deze fysiek toepasbaar zijn en hoe deze in iTrain in te voeren.

Het Principe van relais gestuurde blokken

Voor de kenner van elektronica is het principe van een relais niet zo moeilijk te doorgronden. Maar de meesten onder ons ervaren elektronica toch wel als een uitdaging. In het volgende hoofdstuk leggen we uit hoe een relais werkt en wat een wisselschakeling precies is.

 

 

Het hele idee van de toepassing is dat je, in plaats van elke opstelspoor te voorzien van een blokuitgang van je Dinamo systeem, je elk opstelspoor aansluit op een eigen relais. Dit relais kan dan de bezetmelders van een blokuitgang wel of niet doorgeven aan dat opstelspoor naargelang de stand van het relais. Een relais is niets anders dan een aan/uit schakelaar in deze toepassing. Het relais schakelt een van de sporen stroomloos waardoor de aanwezige trein geen spanning meer krijgt.

 

 

Omdat we dit door iTrain laten regelen kan deze ervoor waken dat er nooit meer als 1 opstelspoor voorzien wordt van spanning, en de andere sporen geblokkeerd worden in de stand dat ze spanningsloos zijn. Dit voorkomt dat twee sporen tegelijk voorzien worden van spanning, dit zou kunnen betekenen dat een analoge loc een digitale spanning zou krijgen.

 

 

iTrain is dusdanig slim hierin dat hij onthoudt welke trein er dat opstelspoor is ingereden en ook na het afschakelen van het relais onthoudt welke bezetmelders er op dat spoor bezet zijn. Als je een volgend opstelspoor inschakelt, ziet hij welke melders er op dat andere spoor wel of niet bezet zijn. Dit komt doordat we altijd de bezetmelders (B) afschakelen en niet de doorlopende (A) staaf.  Het relais dat het meest toegepast worden hebben twee wisselcontacten, waardoor je dus per relais twee bezetmelders kunt schakelen. Daarom gebruiken we voor deze sporen standaard twee melders per blok. Meer kan wel, maar dat kost je meer relais en het heeft voor iTrain weinig tot geen enkel nut om te doen.

Fysieke schakeling in een notendop

Alle doorgaande spoorstaven (A) van de opstelsporen worden doorgelust en aangesloten op de A-uitgang van het blok op de TM-H of TM44. Van de blokkaart pakken we twee willekeurige bezetmelders (om compatibel te blijven met Dinamo Classic nemen we B1 en B3) en die brengen we naar het relais waarbij we de ene bezetmelder verdelen over alle NO-contacten (Normally open) van het eerste wisselcontact van alle relais, en de tweede melder over alle NO-contacten van de tweede wisselcontact van elk relais.


Vanaf de COM van elk eerste wisselcontact voeden we de eerste melder van elk opstelspoor, vanaf de tweede COM van elk tweede wisselcontact voeden we de tweede melder van elk opstelspoor. Let daarbij wel erop dat de eerste COM en de tweede COM van het relais ook bedraad worden naar hetzelfde opstelspoor. Want dat relais schakelt dan fysiek dat opstelspoor stroomloos.

relais gestuurde blokken 1
Deze afbeelding wordt later toegelicht op pagina 8.

In deze tutorial gebruiken we onze eigen relaismodule HPP4, hierbij heeft u 4 relais ter beschikking met elk 2 wisselcontacten. Hierbij hebben we de aansluitingen simpeler aangegeven: COM is weergegeven als P, NC is weergegeven als A en NO is weergegeven als B. Hierover later meer. De afbeelding rechts wordt later in groot formaat weergegeven. Ook worden in een later hoofdstuk deze termen uitgelegd in begrijpbare taal.

Softwarematig in een notendop

In iTrain tekent u gewoon het aantal blokken die u wilt, en elke blok krijgt als toevoeging een eigen relais.
Elke onderdeel heeft zijn eigen unieke naam, waarbij alle relais een uniek adres krijgen, omdat deze ook als uniek onderdeel worden aangestuurd. De blokken worden in dit geval anders geadresseerd, alle blokken hebben hetzelfde blokadres, alle eerste melders hetzelfde melderadres en alle tweede melders hetzelfde melderadres.

iTrain snapt op dat moment dat deze blokken met relais bij dezelfde groepering horen en zal dit dan gaan zien als een groep relais gestuurde blokken. Op dat moment kan er in een groep nog maar één treinbeweging tegelijk worden uitgevoerd.

En daarmee hebben we naast het kostenbesparende voordeel wel direct het nadeel genoemd, er is een beperking van bewegingen per groep. Pas als er een spoor gereed is van zijn beweging wordt hij vrijgegeven en kan een ander spoor geactiveerd worden. Dit kan je oplossen door een schaduwstation in meerdere groepen in te delen, zoals ik gedaan heb met mijn schaduwcomplex. Dit zijn 6 groepen waardoor er 6 bewegingen tegelijk gemaakt mogen worden. Feitelijk zijn er maar 4 bewegingen tegelijk maximaal mogelijk door de beperkingen van de layout van het schaduwcomplex.

relais gestuurde blokken 2

Hoe werkt een relais

Dit leggen we graag uit met onze eigen relaisprint HPP4. Dit omdat deze ook gebruikt wordt in de voorbeelden en het ingezetst wordt als print voor de oplossing. U kunt de gehele handleiding van de HPP4 lezen via deze link.

 

Update 2025:
Sinds 2023 heeft VPEB een alternatieve print op de markt gebracht onder de naam DTRv2/PAR. Deze printplaat is speciaal ontworpen voor dit doeleind. Anno 2025 heeft deze print onze voorkeur omdat we dan de doorverbindingen op de printplaat niet langer meer zelf hoeven aan te brengen. De werking is verder identiek!

wisselstraten 5

De relaisprint HPP4 heeft een simpele maar effectieve werking. De basis draait om de 4 relais. Elk relais is uitgerust met 2 wisselcontacten welke schakelen zodra het relais wordt bekrachtigd.

Zoals op de afbeelding rechts te zien is bestaat het relais uit een spoel met twee wisselende contacten. De spoel ziet u tussen de contacten A1 en A2, respectievelijk de positieve spanning (V+) en de negatieve spanning (V-). De contacten 11, 12 en 14 vormen één wisselcontact en de contacten 21, 22 en 24 de andere.

wisselstraten 6

Zodra het relais in “rust” is zijn zoals getekend de contacten 11 en 12 gesloten. Dit geldt ook voor de contacten 21 en 22. Zodra het relais onder spanning wordt gezet trekt de spoel inwendig een magneet aan en wordt de schuine poot van 12 naar 14 getrokken. Datzelfde geldt ook voor 22 en 24. Er ontstaat dan een verbinding tussen 11 en 14 en tussen 21 en 24

In deze handleidingen gaan we wat termen gebruiken welke ik hier met deze afbeelding ga trachten te verduidelijken met het wisselcontact met de nummers 11, 12 en 14 

COM

Common ofwel “P” op de relaisprint. De “P” staat voor puntstuk, hiervoor hebben we gekozen omdat puntstuk in de modelspoor op meerdere wijze toepasbaar is. Op de afbeelding hierboven is de COM gepositioneerd op 11. In de toepassing van deze tutorial sluiten we daar de sectie van het opstelspoor op aan.

 

De COM staat voor de gemeenschappelijke. Dat houdt in dat deze pin nooit veranderd.

Normally Closed (NC)

Normally Closed is in het Nederlands vertaalt “normaal gesloten”. Dit houdt in dat deze in rust stand van het relais contact maakt met de COM (pin 11). Op het contact is de NC-pin 12.

Op de print is elke NC aangeduid met “A” op de 3-voudige schroefterminals, elke relais kent twee 3-voudige schroefterminals.

Normally Open (NO)

Normally Open is in het Nederlands vertaalt “normaal open”. Dit houdt in dat deze in rust stand van het relais geen contact maakt met de COM (pin 11). Pas wanneer het relais wordt bekrachtigd schakelt het contact van de COM over naar de NO. Op het contact is de NO-pin 14.

Op de print is elke NO aangeduid met “B” op de 3-voudige schroefterminals, elke relais kent twee 3-voudige schroefterminals.

Note:

De spoel van het relais is een ohms weerstand. Wanneer dit wordt bekrachtigd wekt dat een inductiespanning op. Dit kan schade aanbrengen aan de drivers van de OC32. Daarom zijn ze tegen inductie beveiligd door een blusdiode 1N4001.

Kijken we naar de layout van de HPP4 dan kunt u de volgende aansluitingen gebruiken per relais:

wisselstraten 7
Op de printplaat ziet u de benamingen staan.

K1 heeft de schroefterminals X2 en X3

K2 heeft de schroefterminals X4 en X5

K3 heeft de schroefterminals X6 en X7

K4 heeft de schroefterminals X8 en X9

 

K is de naam van het relais en X de terminals waarop u de draden aansluit.

Hoe sluit ik de blokken aan op het relais

Op zich is het niet lastig, maar heel logisch. Alleen dien je de logica van bedrading te begrijpen, en dat kan lastig zijn. Hier zijn wij ons van bewust, kom je er ondanks deze tutorial niet uit, neem dan contact op met ons. Wij helpen u graag verder hiermee.

 

 

Zoals in het begin geschreven worden alle doorlopende A staven aan elkaar verbonden en aangesloten aan de A-aansluitingen van de blokuitgang. We kiezen twee bezetmelders van een blokuitgang welke we verdelen over het relais. Om het simpel te houden gaan we in deze tutorial een schaduwstation maken van 4 opstelsporen welke met 4 relais zal worden geschakeld. In principe kunt u dit zelf uitbouwen naar het aantal wat u zelf wilt gebruiken. In onderstaand schema hebben we met kleuren de bedrading vastgelegd voor u.

relais gestuurde blokken 3

Fysiek de bedrading aanbrengen

Als u exact de kleuren volgt zoals aangegeven dan zit u goed. Vaak begrijpt men pas hoe het werkt als men de werking ervaart van een schakeling nadat men deze zelf heeft bedraad en aangesloten. Maar er zitten wel een paar stappen in het proces:

 

 

  1. Soldeer een draad (in het schema groen) aan elke A-staaf van elk opstelspoor
  2. Breng deze bij elkaar en verbind alle draden met elkaar, dit kan met een kroonsteen*, een soldeer pad of een Wago las klem
  3. Breng vanaf dit laspunt een draad naar de uitgang A van de blokuitgang op de TM44 of TM-H.
  1. Soldeer aan alle linker B-secties van elk opstelspoor een draad (op het schema rood)
  2. Pak van elk relais een 3-polig wisselcontact, verdeel de vier linker secties over de 4 gekozen wisselcontacten, sluit deze op elke P aan. Op het schema gaan ze naar X3, X5 en X7 en X9. Corresponderend met het schema hoort X3 bij relais 1, X5 bij Relais 2, X7 bij Relais 4 en X9 bij relais 4
  3. Pak nu vanaf de blokuitgang een bezetmelder (welke van de vier maakt niet uit, op het schema de blauwe lijn) en verdeel deze over de B-aansluitingen van X3, X5, X7 en X9. Je mag deze op de terminal doorlussen, een verdeelpunt maken is ook toegestaan.
 

Hetzelfde als punt 4, 5 en 6 gaan we herhalen:

  1. Soldeer aan alle rechter B-secties van elk opstelspoor een draad (op het schema blauw)
  2. Pak van elk relais een 3-polig wisselcontact, verdeel de vier rechter secties over de 4 gekozen wisselcontacten, sluit deze op elke P aan. Op het schema gaan ze naar X2, X4 en X6 en X8. Corresponderend met het schema hoort X2 bij relais 1, X4 bij Relais 2, X6 bij Relais 4 en X8 bij relais 4
  3. Pak nu vanaf de blokuitgang een bezetmelder (welke van de vier maakt niet uit, op het schema de gele lijn) en verdeel deze over de B-aansluitingen van X2, X4, X6 en X8. Je mag deze op de terminal doorlussen, een verdeelpunt maken is ook toegestaan.

 

* Gebruik uitsluitend kroonstenen met aderbescherming, anders is er grote kans op aderbreuk.

 

 

Op het schema ziet u tevens dat er ook een scheiding is getekend tussen de twee melders van elke opstelspoor. Dit is naast logisch, ook belangrijk natuurlijk voor een melder om te functioneren. Neemt niet weg dat u voor Dinamo aan de beide zijden van het blok alsnog beide spoorstaven moet scheiden om het gehele blok te isoleren van de rest.

LET WEL OP: Het is belangrijk dat de linker en rechter sectie op hetzelfde relais zijn aangesloten, dit is belangrijk zodat het relais met zijn twee wisselcontacten de beide secties van hetzelfde opstelspoor spanningsloos kan zetten. Zou je dat niet doen (Sectie links en sectie rechts zitten op verschillende relais) Dan is, maar de helft van het opstelspoor afgeschakeld of ingeschakeld. Met alle vreemde storingen tot gevolg.

 

De sets zijn:

Relais 1: X2 en X3

Relais 2: X4 en X5

Relais 3: X6 en X7

Relais 4: X8 en X9

Hoe sluit ik het relais aan op de OC32

Het is belangrijk dat iTrain straks het relais per stuk aan kan sturen. Op zich is dat geen lastige klus, sterker nog het is vrij eenvoudig. Met onderstaande stappenplan wordt het stap voor stap uitgelegd:

Aansluiten van de HPP4 op de OC32

V+: Deze sluit u direct aan op de V+ uw voedingsbron

V- van K1: Deze kunt u aansluiten op een pin Q van de OC32

V- van K2: Deze kunt u aansluiten op een pin Q van de OC32

V- van K3: Deze kunt u aansluiten op een pin Q van de OC32

V- van K4: Deze kunt u aansluiten op een pin Q van de OC32

De banken van de pinnen op de OC32 waarop u de relais aansluit dient te zijn voorzien van een SINK-driver. Maar daarover vindt u in de handleiding van de OC32 op www.vpeb.nl

wisselstraten 12

Inregelen van het relais op de OC32

Na het aansluiten dienst u de OC32 nog te vertellen dat er een relais op pinuitgang Q is aangesloten. Zodoende kan de OC32 het relais ook aansturen.

 

Als eerste opent u OCConfig, we gaan ervan uit dat de OC General tab volgens de handleiding van de OC32 reeds is ingesteld. Zo niet, doet dat dan eerst alvorens hier verder te gaan. Voornamelijk de “hardware configuratie” is erg belangrijk. Als dat is gedaan dan u naar de desbetreffende pin. Gemakshalve noemen wij de betreffende pin 1.

 

 

Kleine note:

We gaan hier simpel in op het instellen van de OCConfig, ervan uitgaande dat u de basis begrijpt omtrent het gebruik van dit programma. Heeft u dat niet, probeer dan de onderstaande stappen te volgen. Komt u er niet uit neem dan contact op met ons, wij kunnen u op afstand verder helpen.

wisselstraten 13
wisselstraten 14

Als Device Definition selecteert u de Generic file. Als device definitie laadt uit de keuze lijst bij de betreffende pin de (1) GEN; On/Off. Na het selecteren klikt u op Load Device en dan krijgt u onderstaand scherm te zien, u dient wel de box “show details” aan te vinken.

 

Vervolgens klikt u op de knop “Write Device”. Op de OC gaat de oranje led branden zolang de OCConfig nodig heeft om uw instellingen weg te schrijven.

 

 

Zodra dit gereed is test u het relais met de knop “Test” naast het vak “aspect”. Als alles correct is gegaan dan is het relais bij aspect 0 uitgeschakeld en bij aspect 1 ingeschakeld.

 

 

Boven de box aspect ziet u adres 1.1 staan, dit is afhankelijk van welk adres de OC heeft en welke pin u heeft gebruikt. Dat adres gebruikt u om in iTrain aan het relais element op het schakelbord toe te kennen.

 

 

Dit herhaalt u bij alle 4 de relais en de adressen noteert u zodat u deze straks bij de configuratie in iTrain kunt gebruiken.

Tekenen van de relais gestuurde blokken in iTrain

We komen nu op het gedeelte waarin we de toepassing gaan gebruiken binnen de software iTrain. In deze tutorial zijn screenshots gebruikt van de bèta versie van iTrain 5.0. Het kan dus in beeld afwijken van wat u zelf ziet in uw scherm. Dat is niet erg, deze functie is al aanwezig sinds versie 3.1 van de software.

 

 

We gaan er hiervan uit dat u de basis beheerst van iTrain, indien dit niet het geval is dan kunt u een basis workshop volgen bij ons. Bij problemen neem dan contact op met ons zodat wij u verder kunnen helpen.

relais gestuurde blokken 4
Als eerste opent u het schakelbord bij het menu “Wijzig”

Als u het schakelbord geopend heeft tekent u uw schaduwstation. In ons geval bestaat deze uit 4 sporen. U tekent de opstelsporen als ieder ander blok zoals u gewend bent en u geeft alle componenten een naam en groepeert de blokken zoals gebruikelijk. Hierin is alles gewoon hetzelfde als normaal.

 

 

Zoals u hier kunt zien, een 4-tal blokken met twee melders per blok. Elke blok en melder zijn eigen naam, een stations element eromheen zodat het schaduwstation ook als schaduwstation wordt beschouwd tijdens het automatisch rijden. Let wel dat als juiste bloktype voor schaduwstations het bloktype “opstelspoor” wordt gebruikt. Het type “station” is hetzelfde maar dan met een fysiek perron, dat hebben we niet in een schaduwstation.

relais gestuurde blokken 5

De blokken worden verder gewoon ingeregeld op posities met de juiste lengtes voor de melders en het blok, alsmede de stoppositie in elke richting. Ook hierin verschilt de oplossing niet van een gewoon gestuurd blok. Het grote verschil komt nu pas.

Het tekenen van het relais

Nu voegen we in elk blok nu een relais toe als type Aan/uit, dus niet het type A/B.

relais gestuurde blokken 7
relais gestuurde blokken 6

Zeer belangrijk:
Het relais móéten door dezelfde interface aangestuurd worden als waarmee u de blokken aanstuurt.

Elk relais krijgt zijn eigen unieke naam, bijvoorbeeld R1, R2, R3 en R4. Tijdens het inregelen van het relais in de OCConfig kwam er voor elke relais een adres uit. Dit adres kennen we toe aan het juiste relais.

Relais opgeven in het blok

Dan dienen we het relais nog op te geven in het blok, open nu de eigenschappen van het eerste blok en ga naar het tabblad “opties”

relais gestuurde blokken 8

Selecteer bij “Relais” nu het relais wat er in dat blok getekend is. Klik vervolgens op “Vul automatisch” en herhaal dit nu bij alle blokken. Als u dit heeft gedaan dan verlaat u de schakelbord editor en gaat u naar het gewone scherm. U zult dan dit zien:

relais gestuurde blokken 9

Wat nu opvalt is dat alle melders in het station een grijs kader hebben gekregen, in tegenstelling tot de melder in blokken zonder een relais (zie melder rechts voor het schaduwstation). Dit geeft aan dat deze melders onderdeel zijn van een relais gestuurd blok en het blok is uitgeschakeld. Klikt u als test maar eens op een willekeurig relais:

relais gestuurde blokken 10

U ziet nu dat het blok is ingeschakeld omdat naast dat de status van het relais is veranderd, de melders ook actief zijn geworden.

Het geheel werkt echter nog niet zoals het zou moeten want u kunt nu alle relais tegelijk inschakelen, dit is natuurlijk niet te bedoeling. Daarvoor hebben we nog en laatste stap nodig om uit te voeren.

De adressering van de melders en de blokken

Voordat het geheel kan gaan werken als groep zullen we eerst tegen iTrain moeten vertellen welke adressen erbij horen. Hiervoor doen we het volgende:

 

 

De blokuitgang die is gebruikt heeft een blokadres en een viertal melders met hun eigen adres. Hiervan hebben we twee melders maar gebruikt. We gaan er even vanuit dat het eerste blok van de eerste TM44 is gebruikt en de eerste twee melders van dat blok. Dan vullen we het volgende in:

 

Alle 4 blokken krijgen adres 1.1

Alle linker melders krijgen adres 1.1

Alle rechter melders krijgen adres 1.2

 

 

Mocht je de rechter en linker melders andersom op de blokuitgang hebben aangesloten, dan draai je de twee melder adressen uiteraard om. Vergeet ook niet om bij elk blok en elke melder de interface op Dinamo te zetten mocht iTrain dat niet al hebben gedaan.

 

 

Als laatste stap klikt u in elke blok opnieuw op “vul automatisch”. Vergeet ook niet even op de rode magneet te klikken en de wijzigingen te accepteren. Klik op “Pas toe” en verlaat het editor scherm.

Hoe test ik de werking

Als u nu een relais activeert dan zult u zien dat het blok actief wordt, en als u een ander relais activeert het vorige relais eerst wordt afgeschakeld. Er kan dus maar 1 blok tegelijk actief zijn.

 

 

Maak verbinding en test of dit fysiek ook werkt. U test de melders door een loc op een sectie te zetten en dan het blok actief te maken. Als u dan een ander blok actief maakt, onthoudt iTrain dat er in het vorige actieve blok een trein staat.

relais gestuurde blokken 11

Hier kunt u zien dat er reeds twee treinen aanwezig zijn, dat het derde spoor actief is zonder dat de melders melding geven. Wat logisch wordt want door de relaisschakeling zien de melders alleen de secties die door het relais zijn verbonden met de blokuitgang. In dit geval het derde spoor van bovenaf gezien.

 

Dit werkt overigens alleen als de verbinding actief is!

 

Uw Relais gestuurde schaduwstation is gereed voor gebruik. Veel plezier met testen!!!

Nawoord

Ik heb deze tutorial geschreven voor algemeen eigen gebruik. U hoeft voor deze handleiding niet te betalen en hij is vrij van kosten te downloaden op onze website. Wilt u de tekst kopiëren voor eigen- of clubgebruik neem dan even contact met ons op.


Domburg Train Support is een officiële partner van VPEB en Berros en tevens officieel reseller van de producten. Tevens kunt u bij Domburg Train Support terecht voor advies, support en hulp aan huis of via Teamviewer. Komt u er met deze handleiding niet uit met de oplossing, neem dan contact met ons op via onze website.


Ik hoop dat deze tutorial u zult helpen met het aansluiten van relais gestuurde blokken met Dinamo en iTrain. Mocht u op- of aanmerkingen hebben dan hoor ik dat graag. Deze kan ik dan verwerken in een nieuwe versie. U kunt deze melden door een bericht te sturen aan onze helpdesk


Bedankt voor het lezen en gebruiken van deze handleiding.

Met vriendelijke groet,

Martin Domburg

Veel gestelde vragen (FAQ)

Dinamo

Dan werkt het helaas niet. Slechts één blok per groep mag actief zijn. Zet ze dus altijd netjes naast elkaar, niet achter elkaar.

Controleer of de OC32 correct is ingesteld, de voeding op V+ staat, en de V- draad goed op de juiste Q-uitgang zit.

Dat is een schakeling die de stroom naar massa trekt. Nodig om een relais betrouwbaar te laten schakelen via de OC32.

Ja, mits die Q-uitgang voorzien is van een ‘sink-driver’. Dat staat in de handleiding van de OC32 uitgelegd.

Voor elk relais gebruik je een paar schroefterminals (X2 t/m X9), aangeduid als P (COM), A (NC) en B (NO).

Geen paniek! Dat betekent dat de OC32 bezig is met opslaan van je instellingen. Even geduld tot hij uitgaat.

Gebruik OCConfig, selecteer “GEN; On/Off” als type en schrijf de instellingen weg. Vergeet niet “Show details” aan te vinken.

Kies altijd ‘Aan/uit’. ‘A/B’ is bedoeld voor wissels en dat gaat niet goed samen met deze schakeling.

Ja, elk relais heeft zijn eigen uniek adres. Dit moet overeenkomen met het adres dat je in de OC32 hebt geprogrammeerd.

Dit voorkomt dat meerdere sporen tegelijk spanning krijgen. Vooral belangrijk bij analoge locs, die daar niet zo blij van worden.

In het blokmenu ga je naar ‘opties’ en kies je daar het juiste relais. Vergeet niet op ‘vul automatisch’ te klikken voor de instellingen.

Zet een trein op het spoor, activeer het relais en kijk of de melders aanslaan. Werkt het? Dan bent u klaar om te rijden!

Dat kan door een bug in iTrain of een verkeerde aansluiting. Controleer de secties en meld het eventueel op het iTrain-forum.

Ja hoor! Je kunt dit systeem makkelijk uitbreiden. Je hebt dan alleen extra relais of relaisprintjes nodig, zoals de HPP4.

Door het relais te koppelen aan het juiste blok en melderadres. iTrain is slim genoeg om dat automatisch bij te houden.

Omdat sommige wissels niet door een blok gevoed worden. Een relais schakelt dan automatisch de juiste blokspanning naar de wisselstraat. Zo bespaart u op blokuitgangen én blijft uw baan overzichtelijk.

Technisch kan het, maar het voordeel is beperkt. De kostenbesparing is klein en de extra bedrading maakt het minder aantrekkelijk.

Eén melder mag, maar twee is beter. Zo weet iTrain zeker of je trein helemaal in het blok staat voordat het wordt vrijgegeven.

Jazeker! Met behulp van relais kun je meerdere sporen aansturen via slechts één blokuitgang. Slim en efficiënt geregeld door iTrain.

Hiermee bespaar je flink op dure blokuitgangen. Perfect voor schaduwstations waar treinen alleen stilstaan. Minder kosten, meer plezier!

Een relais is een soort elektrische schakelaar die iTrain vertelt welk spoor er wel of geen stroom mag krijgen. Denk aan een ouderwetse lichtschakelaar, maar dan bestuurd door je treinsoftware!

Zeker! Een wisselstraat kan prima gevoed worden door het resultaat van een eerdere schakeling. Dat maakt uw baan flexibeler én overzichtelijker.

Absoluut. Begin klein, werk in projecten en herhaal het principe. Elke wisselstraat is een schakeling op zich. Kwestie van geduld en logisch denken!

Ja, dat is zelfs slimmer! Zo meldt iTrain pas dat de trein in het blok is zodra hij daar ook echt is. Dit geeft een nauwkeuriger positiebepaling.

Dan is de stand van het relais in iTrain verkeerd om gekoppeld. U hoeft alleen ‘rood’ en ‘groen’ om te draaien bij de wisselinstellingen.

U tekent een relais als “type A/B” tussen de wissels in. Daarna koppelt u het aan de wissel die de keuze maakt tussen de twee blokken.

De V- van elk relais sluit u aan op een Q-uitgang van de OC32. In OCConfig stelt u per pin in dat het om een relais gaat. Daarna test u of hij schakelt.

Dat is een module van DTS met vier relais. Elk relais heeft 2 wisselcontacten. Daarmee kunt u meerdere wisselstraten netjes schakelen.

Een relais kiest tussen twee spanningsbronnen. Afhankelijk van de stand van een wissel voedt het ene of het andere blok de wisselstraat. Dat gebeurt automatisch.

Een reeks wissels die een doorgaand spoor vormen, vaak tussen twee blokken in. Deze moet mee schakelen én goed gevoed zijn om treinbewegingen soepel te laten verlopen.

Inhoudsopgave

Gerelateerde Online training
Gerelateerde Producten
DTS HPP4 relaismodule 12V geassembleerd
DTS HPP4 relaismodule 5V geassembleerd
Licentie iTrain 5 Standard
VPEB DTRv2/PAR Relay module

Deel dit bericht op sociale media

Geef een reactie

Ontdek onze andere tutorials:

Chat Icon
De waardering van domburgtrainsupport.nl/ bij WebwinkelKeur Reviews is 9.6/10 gebaseerd op 2774 reviews.